
Het verhaal van
Mats
Ik was nog fulltime aan het werk toen ik na 31 weken zwangerschap plots ziek werd. Ik had PE en HELLP. Met een bloeddruk van 210 boven 115 werd ik opgenomen in het ziekenhuis. Daarna kwam alles in een stroomversnelling.
Donderslag bij heldere hemel
In één nacht gingen we van ‘je haalt de 40 weken niet’ naar ‘je haalt het einde van de week niet’. Die woorden kwamen vooral voor mijn partner als een donderslag bij heldere hemel. Voor mij voelde het als erkenning voor iets wat ik al langer bij de verloskundige probeerde aan te geven: ‘het was te zwaar’. Ik voelde opluchting, omdat ik hulp kreeg. Ik realiseerde me maanden later pas dat de woorden van de arts betekenden dat ik en de kleine in een hele risicovolle en kwetsbare situatie hebben gezeten.
Wee-opwekkers
Ik werd verplaatst naar het LUMC, kreeg longrijpingsprikken en werd ingeleid. Twee dagen later had ik genoeg ontsluiting. Mijn vliezen werden gebroken en ik kreeg wee-opwekkers. Dat werd de kleine teveel dus een uur later is hij met een keizersnede ter wereld gekomen. Hij werd naast mij opgevangen door een team van kinderartsen en verpleegkundigen, terwijl ik dichtgemaakt werd door de gynaecoloog.
Ik durfde hem niet aan te raken
Toen onze zoon stabiel was mocht hij in een reiscouveuse naar de NICU toe samen met mijn partner. Ik moest nog naar de verkoeverkamer, dus ik zwaaide mijn mannen in de operatiekamer uit. ‘Pak zijn handje maar’ werd er tegen me gezegd. Ik durfde mijn zoon niet aan te raken, hij zag er zo kwetsbaar uit en ik was bang om hem weer kwijt te raken. Toch pakte ik zijn hand…
Huilend wakker in bed
… en dan ben je opeens moeder. Overvallen door een soort oerinstinct, maar te ziek om mijn behoeften onder woorden te brengen worstelden we ons door de eerste dagen. Waarom kon ik niet bij mijn kind zijn? Hij heeft me nodig. Regelmatig lag ik huilend wakker in bed. De wandeling van het ziekenhuis naar de parkeerplaats was, elke dag als we weer naar huis gingen om te slapen, een worsteling. Elke keer dat ik hem alleen moest achterlaten brak mijn hart opnieuw in duizend stukken.
Ik had maar één doel
De volgende ochtend werd ik steevast voor de wekker wakker en gaf ik mijn partner de opdracht om al onze spullen zo snel mogelijk klaar te hebben voor vertrek. Ik trok vliegensvlug kleren aan en pakte snel ontbijt. Ja, dat deed ik zelf, vier dagen na de keizersnede. Ik heb geen pijn ervaren, geen pijnstillers of rolstoel nodig gehad, ik herstelde razendsnel, want ik had maar één doel. Ik zou zo snel mogelijk de moeder zijn die ik wilde zijn, die ik hoorde te zijn: een moeder die er altijd voor haar kind is.
Ons tweede thuis
Na twee hele spannende weken op de NICU, met ups en downs (o.a. infectie) en waarin ik regelmatig heb getwijfeld hoe we hier uit zouden komen, mochten we verhuizen naar het MKC in Den Haag. Daar mochten we samen inroomen op de kamer van onze kleine man. Wat een verademing. Het leek natuurlijk in geen enkel opzicht op een normale kraamtijd, maar zo voelde het wel. Het ziekenhuis werd ons tweede thuis. Alle mijlpalen, zowel de medische als de gewone, werden gevierd: geen ademhalingsondersteuning, eerste borstvoeding, eerste kleertjes, uit de couveuse, eerste badje, etc.
Eindelijk thuis
Zeven weken later kwamen we thuis. Toen begon de kraamtijd pas echt. Slapeloze nachten, een gevecht met de tijd om acht keer per dag te voeden (plus voor en na wegen), sondevoeding te geven en te kolven. Intussen kregen we veel hulp van familie en vrienden. Alles wat je normaal tijdens je zwangerschap regelt, regelden zij voor ons. Kleertjes kopen en wassen, een kamer klaarmaken en onze vriezer werd gevuld met heerlijke maaltijden. Langzaam vonden we onze draai. Ik had nog amper tijd gehad om te genieten toen mijn 16 weken verlof bijna voorbij waren. Gelukkig kreeg ik drie weken extra van mijn werkgever. Zo bleef er tijd over om alles te laten bezinken en te beginnen met het verwerken.
Samen sterk
Twee jaar later gaat alles ontzettend goed. Het eerste jaar was pittig, met veel extra zorg en weinig slaap. We hebben alles genomen zoals het was en nu hebben we een hele vrolijke en gezonde peuter rondlopen. Zelf heb ik hulp gezocht om het verdriet van onze moeilijke start te verwerken. Ik had last van schuldgevoelens. Ook had ik veel moeite met opmerkingen uit de omgeving. "Oh, een zwangerschapsvergiftiging, dat heeft iedereen tegenwoordig." "1500 gram, dan had je vast een makkelijke bevalling." Ik klapte dan dicht en kon dagen piekeren hoe iemand zoiets kon zeggen. Inmiddels weet ik hoe ik mensen met een paar woorden vriendelijk duidelijk kan maken dat zulke opmerkingen kwetsend zijn. Ook kan ik de positieve kant van het verhaal zien. We zijn er samen ontzettend sterk uit gekomen. liefs Sanne
Hoopgevend onderzoek
7% van de baby's wordt te vroeg geboren. Zij moeten elke dag vechten voor hun leven. En soms is dat niet genoeg. Elke dag overlijden er twee van deze kindjes. Als je kind het wél haalt, kan het een leven lang last van de gevolgen houden. Strong Babies wil dit veranderen, maar dat kunnen we alleen samen. Met jou. Maak je sterk voor Strong Babies, word donateur.