Night shift work and risk for preterm birth

Onderzoeker: Henriëtte van Duijne, jonge onderzoeker aan het Nederlands Kanker Instituut (NKI) 

In Europa en Amerika werkt ongeveer 19% van de beroepsbevolking gedurende de nacht. In bepaalde sectoren, zoals in de gezondheidszorg, is het werken van ploegendiensten noodzakelijk. Voornamelijk nachtwerk lijkt ons dag-nachtritme te verstoren. Eerder onderzoek liet zien dat vrouwen die nachts werken of vaak trans Atlantisch reizen een verstoorde menstruele cyclus hebben. Circadiane verstoring kan leiden tot reproductieve problemen, dit kan deels worden verklaard door lage melatonine levels. Melatonine speelt een belangrijke rol bij het functioneren van de placenta. Eerdere onderzoeken naar nachtwerk en vroeggeboorte laten tegenstrijdige resultaten zien, welke gedeeltelijk kunnen worden verklaard door methodologische limitaties. Het doel van het onderzoek van Henriëtte is te onderzoeken of het werken van nachtdiensten de kans op vroeggeboorte vergroot.

Dit project is in 2024 afgerond

Bij het onderzoeken of het werken van nachtdiensten de kans op vroeggeboorte vergroot, is ook onderzocht welke andere risicofactoren vroeggeboorte kunnen voorspellen. De onderzoeksgroep waar Henriëtte deel vanuit maakt, heeft voor dit onderzoek gebruik gemaakt van een landelijk prospectief cohort onderzoek. Welke opgezet is in 2011 en waaraan 60.000 vrouwelijke verpleegkundigen tussen de 18-65 jaar meededen. Door middel van vragenlijsten zijn zwangerschappen en nachtwerk gedurende hun gehele werkzame leven teruggevraagd. Verschillende aspecten van nachtwerk zijn onderzocht, zoals de duur, intensiteit, cumulatief aantal diensten en frequentie. Daarnaast bevat de studie uitgebreide informatie over verschillende leefstijlfactoren en andere risicofactoren, zoals bijvoorbeeld gewicht, roken, fysieke activiteit, diverse aandoeningen, beroepsmatige blootstellingen, aantal miskramen (zwangerschapsduur van <24 weken) en chronotype.

In deze studie is nu alleen gekeken naar de zwangerschap voor het eerste geboren kind, om het risico op verstoring van de resultaten (bijvoorbeeld doordat vrouwen stoppen met nachtwerk na het doormaken van een eerdere vroeggeboorte) te verkleinen. In het totaal hebben 44.408 vrouwen een (eerste) kind gekregen, hiervan heeft 7,2% een vroeggeboorte gehad (3.197 kinderen). Binnen vroeggeboortes (zwangerschapsduur van <37 weken) is onderscheid gemaakt tussen extreem tot zeer prematuur (zwangerschapsduur tussen de 24 en 32 weken) en matig tot laat prematuur (zwangerschapsduur tussen de 33 en 37 weken). In het totaal waren er 383 extreem tot zeer prematuur geboren kinderen en 2.814 matig tot laat prematuur geboren kinderen. Ongeveer 29% van de deelnemers heeft nachtdiensten gedraaid tijdens het jaar van de zwangerschap. Onder de vrouwen die voor de geboorte van hun eerste kind ’s nachts hebben gewerkt, werd 7.8% van de kinderen te vroeg geboren. Onder de vrouwen die niet ’s nachts hebben gewerkt was dit 7,2%.

De eerste resultaten laten zien dat er geen duidelijk verhoogd risico is op vroeggeboorte bij vrouwen die in het jaar van, of het jaar voorafgaand aan hun eerste zwangerschap nachtwerk deden vergeleken met vrouwen die in die jaren geen nachtwerk deden. Hierbij is rekening gehouden met andere mogelijke risicofactoren voor het hebben van een vroeggeboorte, zoals bijvoorbeeld een tweeling zwangerschappen, ooit een IVF behandeling ondergaan, eerdere miskramen, leeftijd van de moeder en ziektegeschiedenis van de moeder.

Cookievoorkeuren

Functioneel. Noodzakelijk om de website te laten functioneren.

Analytisch. Om bij te houden hoeveel mensen de website bezoeken.

Tracking. Om je een zo goed mogelijke ervaring te geven, de website te verbeteren, jou relevante informatie en advertenties te laten zien, en voor social media. Inschakelen